Tegenspraak, tegensprakelijkheid. Hoc esto contradictio, affirmatio et negatio oppositae, ARISTOTELES, PERIHERMEN. C. 6; 17, A, 33-34, Tegenspraak komt neer op de tegenstelling van bevestiging en ontkenning. —Quia ...contradictio est oppositio affirmationis et negationis, illa requiruntur ad contradictionem, quae requiruntur ad oppositionem affirmationis et negationis, S.
THOMAS, COMM. IN I PERIHERMEN. LECT. 9, N° B, Daar tegenspraak de tegenstelling is tusschen bevestiging en ontkenning, zoo wordt voor tegenspraak vereischt wat voor de tegenstelling tusschen bevestiging en ontkenning onontbeerlijk is. — Requiritur ad contradictionem primo quidem quod affirmatio et negatio sint eiusdem praedicati, ... secundo, requiritur quod sint de eodem subiecto. ... Tertio, requiritur quod identitas subiecti et praedicati non solum sit secundum nomen, sed sit simul secundum rem et nomen, IBIDEM, Opdat er tegenspraak zij moet het vooreerst de bevestiging en de ontkenning om eenzelfde gezegde te doen zijn, verder moeten ze eenzelfde subjekt gelden, eindelijk moet de eenzelvigheid van onderwerp en gezegde niet alleen een eenzelvigheid zijn wat den naam betreft, maar én wat de zaak én wat den naam betreft. — Contradictio est oppositionum maxima, Tegensprakelijkheid is de voornaamste onder alle tegenstellingen. — Contradictio inter omnia alia opposita est prima, Tegensprakelijkheid is de eerste onder alle tegenstellingen. — Ea ... quae contradictionem implicant, sub divina omnipotentia non continentur, quia non possunt habere possibilium rationem, S.THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 25, A. 3, C., Wat tegenspraak insluit valt onder Gods almacht niet, want het valt niet onder het begrip « mogelijk», THEOL.
SUM. I, 698. — Contradictio absoluta, Volstrekte tegensprakelijkheid. Contradictio in terminis, Tegenspraak in de bewoordingen.
