Staat. Perfecta societas ... ... civitas est, ARISTOTELES, I POLITIC. C. 2; 1252, B, 28, De staat is een volmaakte gemeenschap. — Est ... de ratione civitatis, quod in ea invenianlur omnia quae sufficient ad vitam humanam sicut contingit esse, S.
THOMAS, COMM. IN I POLITIC, LECT. I, Tot het wezen van een staat behoort het dat hij alles verstrekke wat voor het menschelijk leven naar zijn feitelijke toedracht noodig is. — Finis propter quem instituta est civitas bene ordinata, est secundum virtutem perfect am vivere vel operari et non ipsum convivere, S. THOMAS, COMM. IN III POLITIC. LECT. 7, De reden waarom een goed ingerichte staat gesticht wordt is in volmaakte deugd te leven en te handelen en niet het samenwonen zelf — In omnibus hominibus est quidam naturalis impetus ad communitatem civitatis shut et ad virtutes, S.
THOMAS, COMM. IN I POLITIC., LECT. I, Evenzeer als naar de deugd is er in alle menschen een natuurlijke aandrang naar het samenleven in een staat.
CLARITAS
Klaarheid, POTTERS III, 314, glans. Ad pulchritudinem tria requiruntur. Primo quidem integritas, sive perfectio ...et debita proportio sive consonantia, et iterum claritas, S. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 39, A. 8, C., De schoonheid eischt drie hoedanigheden. Ten eerste de gaafheid of de voltooiing, ... verder een juiste evenredigheid of harmonie.
En eindelijk de glans, THEOL. SUM. II, 283-284. — Claritas corporalis, Lichamelijke klaarheid. Claritas gloriosa, Klaarheid der heerlijkheid. Claritas naturalis, Natuurlijke klaarheid. Claritas patriae, Hemelsche klaarheid. Claritas sensibilis, Zintuigelijk waarneembare klaarheid. Claritas spiritualis, Geestelijke klaarheid.
