dik, zwaarlijvig persoon. Ook van toepassing op dieren.
De Bruinvis zette de kroes weer neer waaruit hij net had willen drinken, en keek Padde aan. ‘Wat jij wordt? Een vetzak, als je zo doorgaat. Jou kan ik niet gebruiken.’ (Johan Fabricius, De scheepsjongens van Bontekoe, 1923)