Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

trutmiep, trutnicht

betekenis & definitie

homo die zich piekfijn verzorgt en veel over kleren en make-up praat. Ook wel trutnicht.

Ik ben mee uit genomen door die sjieke trutnichten daar, die willen iets van me kopen. (Jaap van Manen, Verliefd, 1984. Ie druk 1979)

Vroeger was het homo-milieu anders, volgens Martin. Toen zat het er nog vol met ‘relmieën’ en ‘trutmiepen’. Tegenwoordig heerst er het machismo. (HP, 07/02/1987)

< >