Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

strontjongen, strontvent, strontwijf enz

betekenis & definitie

vervelende jongen enz.; klier. Reeds opgetekend in de negentiende eeuw, maar veel ouder.

Als hij in piama de deur opent, krijgt hij een stomp in zijn gezicht met de woorden: ‘Dat heb je ervan zwijn!’ Zijn telefoon staat niet stil: ploert, schoft, zwijn, strontkerel; het regent beledigingen. (Hitweek, 24/02/1966)

< >