iemand zonder karakter; futloos persoon; slappe kerel; vent van niks. Zie ook lui en (slappe) tinus Een vrouw houdt er niet van met een slappe lui om te gaan.
Ik heb het vaak te horen gekregen van meisjes: jij bent een slappeling. (Johan Diepstraten & Sjoerd Kuyper, Het nieuwe proza. Interviews met jonge Nederlandse schrijvers, 1978)Door al dat getwijfel van Johnny kun je eigenlijk maar een conclusie trekken: hij is een typisch geval van slappe lui. (One, augustus 2000)