Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Puistenkop

betekenis & definitie

iemand met een gezicht vol puisten; meer algemeen ook voor een verachtelijke vent.

Die puistekop was verleje heel verrajerlijk omgeloope, en had J. gepakt. (M.J. Brusse, Boefje, 1903)

Ik heb ’t over jou, achterlijke puistekop! (Gerrit de Jager & Wim Stevenhagen, De familie Doorzon: Emile’s relatieboot, 1983)

< >