(vaak voorafgegaan door vuile) (Bargoens) iemand die tijdens het vrijen het plompzakken beoefent: een seksuele handeling waarbij de zaadballen in het vrouwelijk geslachtsdeel gebracht worden.
‘Wel wel wel,’ zei hij soms, of ‘tyfushoer’ of ‘gemengd geteisem’ of ‘vuile plompzakker’. (Rinus Ferdinandusse, De brede rug van de Nederlandse maagd, 1968)