gierigaard, vrek; angsthaas. Wie zijn aars helemaal dichtknijpt is zelfs te gierig om zijn ontlasting aan de wereld af te staan.
Een vrek noemde men vroeger ook een Jan Nauwnaars.
’t Was weer kerremes binne meet dieën oonverdroaglijke nijpnèers. (A.M. de Jong, Het geslacht Verhagen, 1956)