luiaard. Volgens Van Dale sedert ca. 1691 en afgeleid van lui + wammes, geassimileerd uit wambuis.
‘Ga je aan je werk, luiwammes,’ riep de baas en hield nu werkelijk in ernst het ‘end’ gereed om hem op eene gevoelige manier naar het werk te drijven. (Pieter Louwerse, Vlissinger Michiel, 1880)