Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

katijf

betekenis & definitie

(vaak voorafgegaan door vuil) kwaadaardige, lastige vrouw; feeks] helleveeg. Volgens Van Dale sedert ca. 1285.

De oorspronkelijke betekenis was die van: ‘krijgsgevangen(e), stakker, ellendeling’. Het woord komt van het oud-Franse caitif.En hadden my daer verslaghen sien legghen Soo hadden zy my groote schanden op te segghen, Dat ick my liet verheeren van een wijf Recht oft ick had gheweest een vuyl katijf. (Veelderhande Geneuchlijcke Dichten, Tafelspelen ende Refereynen. 16de eeuw)

Hij dat schriele mannetje tegen zijn rauwe katijf van ’n moeder! (Piet Bakker, Ciske de rat, 1941)

< >