(Leiden) ontuchtige vrouw.
De Leidse burger had van zijn kant ook niet veel op met ‘het’ student. Dat blijkt wel uit het volgende. Iedereen kent het woordje kat voor ‘snibbige vrouw’ of ‘snibbig meisje’. Minder bekend is tegenwoordig kat in de betekenis ‘slet’ of ‘snol’. De 19de-eeuwse schrijver V. Loosjes maakt in zijn boek ‘Nieuwe Zedekundige Uitspanningen’ duidelijk waarom een lichtzinnig vrouwelijk wezen met kat wordt aangeduid. ‘Dat men een ontuchtig vrouwspersoon (vanwege de krolsheid der katten) vrij algemeen den naam van kat geeft, of wil men dat zoogenaamd gerijfelijk deel der kunne zachter betitelen, ze katjes of poesjes heet.’ De Leidse bevolking vond het kennelijk hoogst ongepast dat een burgermeisje het met een student aanlegde.
Daarom noemde hij zo’n meisje dan ook kat ‘studentenhoer’. Slettebak zouden wij tegenwoordig zeggen. (Hans Heestermans in Leidsch Dagblad, 19/10/2001)