(jeugdtaal) iemand die de onzin uitkraamt; leuteraar. Gebruikelijk onder scholieren in de jaren tachtig.
Misschien naar de eend Alfred Jodocus Kwak, oorspronkelijk een theaterstuk (in het Nederlands, maar later ook in het Duits) van Herman van Veen en in 1989 een populaire tekenfilmreeks voor kinderen. Er kwam ook een elpeeversie van.
Een van de bekendste liedjes ging als volgt: ‘Ik vlieg, ik waggel en ik zwem. Ik kwek voor jou en ik kwak voor haar, ik snater heel wat bij elkaar.
En als jij een liedje voor me zingt, dan plons dan duik ik en dan zwem, ik wat voor hem. Spetter pieter pater, lekker in het water, ga maar vast naar huis, ik kom een druppel later.’ Eend is ook een scheldwoord voor een dom persoon.