Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

holdouwer, holmaat, holpiraat, holpomper, holtor, holwerker

betekenis & definitie

homoseksueel iemand. Bij mariniers en studenten betekent holmaat ook gewoon ‘vaste maat; club- of kamergenoot’.

Vgl. reetkeuer. Kijk ook nog onder holtor voor andere betekenis.

De Suzuki GX coupé wordt in bepaalde kringen ook schertsend de holtor of reetkeuer genoemd omdat veel gays met zo’n wagen zouden rijden.‘Motherfuckers! Krijg de pleuris en de grafkanker,’ schreeuwde ik. ‘Vieze flikkers.’ ‘Holpompers,’ riep Barry hen na. (Jan Cremer, lk Jan Cremer. Eerste Boek, 1964)

Die holwerker scheen me toch niet erg te vertrouwen want hij bleef drankies aan me weg geven, dus was ik eigenlijk een beetje pooier voor een keiltje van een homo, die in het woeste leven zat. (Haring Arie, Recht voor z’n raap, 1972)

Je bent helemaal geen gevoelige, subtiele en integere kleinkunstenaar, je bent een ordinaire discosnol, een struikendel, een variétéhoer, een kontebeuker, een reetkever, een rugartiest, een billebeffer, een holpiraat! (Robert Long & Cees van der Pluijm, Hete klippen, 1991)

< >