(soldatentaal) overijverige meerdere; dienstklopper. Sedert ca. 1900.
Hijseknijser, een meerdere, die van dienstijver blaakt; een dienstklopper. Wellicht samenhang met barg.: knijzen, knijtsen ‘kijken’; iemand die nauwkeurig overal op let? (J.J.M. van Dam: ‘Jantje Kaas en zijn jongens’, Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, 1942-1948)