geestelijke (pater; dominee of humanistisch raadsman of -vrouw). De eerste term komt uit het soldatenslang en wordt gebruikt voor een aalmoezenier of een heilsoldaat; meer algemeen ook voor een geestelijke die nogal vurige preken houdt.
Vermeld door Van Dam. Vgl.
Engels; skypilot] Duits: Himmelfahrtskondukteur; Bibelhusar, de tweede term is populair in gevangenis- en luchtvaartkringen. Bij de landmacht betekent hemelpiloot echter ‘chauffeur van de aalmoezenier of veldprediker’.Hij was er uit; - en de conducteur deed over het gansche spel een karakteristiek licht opgaan, door zijn onbarmhartig: ‘Dat is nommer zeven; zeg nog, dat zij geene keus hebben van hemeldragonders!’ (E.J. Potgieter, Proza 1837-1845)
Loop naar de maan, hemeldragonder! (A. Pierson, Adriaan de Mérival. Een leerjaar, 1866)
Buiten passeerde een bleke, jonge geestelijke met een sterk ontwikkelde adamsappel. ‘Daar gaat weer zo’n hemelpiloot,’ zei de kastelein, met onverklaarbare wrevel. (Simon Carmiggelt, Alle orgels slapen, 1961)