Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

gorilla

betekenis & definitie

erg lelijk en brutaal iemand; vaak met de bijgedachte van ‘onderontwikkeld’. Ook een spotnaam voor de lijfwacht van een belangrijk persoon.

Eveneens in het Frans: gorille.‘Waar is die andere vent gebleven?’ ‘Die gorilla?’ (Willy van der Heide, Een motorboot voor een drijvend flesje, 1953)

Zeg ’s, jij niet Frans spreken? Jij nog gorilla, hè? Wat dan spreek jij, zeg! Apetaal? Mabillia? Jij klootzak? Zo uit de bush! Helemaal klootzak! (L.F. Celine, Reis naar het einde van de nacht. Vertaling E.Y. Kummer, 1968)

Maar sinds Alexander Cohen in 1896 de koning voor een gorilla uitmaakte en Domela Nieuwenhuis daarvoor zakkies mocht plakken, hebben wij nooit meer een echt mooi proces gehad voor majesteitsschennis. (NRC Handelsblad, 05/05/2000)

< >