kinderachtige jongen of meisje. Eigenlijk: iemand die op zijn duim zuigt.
Bekend van het kinderversje ‘Naar bed, naar bed, zei Duimelot. Eerst nog wat eten, zei Likkepot’.
Bij de dichter Ten Kate heeft het woord nog een vriendelijke betekenis: ‘Een kleine duimelot Laadde één, twee, drie zijn blaaspijp vol.’ Het woord werd rond 1840 gevormd met duim en het Franse versterkingssuffix -lot. Als scheldwoord vermeld door Laps.