verstrooid, suf iemand. Ook in uitdrukkingen: als een duf konijn op de bank zitten; eruitzien als een duf konijn.
Zie ook: duinkonijn.Duf konijn, iemand die er met zijn gedachten niet bij is. (Henk Salleveldt, Het woordenboek van Jan Soldaat, 1978)
SPD-kandidaat wil af van duf konijn-imago. (Trouw, 22/04/1994)