Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

couch potato

betekenis & definitie

(Eng.) iemand die de godganse dag op een sofa voor de televisie zit en aan cocooning doet (het doorbrengen van de vrije tijd in huiselijke kring); televisiejunk; iemand die op een passieve manier televisiebeelden consumeert. Hij of zij ligt languit op de sofa, bierblikjes en junkfood binnen handbereik, desnoods bereid om naar het testbeeld te staren.

De aardappel is hier een symbool van de lethargie. In Amerika noemt men dit soort verslaafden ook wel sofa-spuds.

Een oudere benaming couch beetle heeft nooit ingang gevonden. De term couch potato werd volgens de US Trade Mark Registration voor het eerst gebruikt op 15 juli 1976.

Het zou om een uitvindsel gaan van de cartoonist Robert Armstrong, die reclame maakt voor ‘couch potatopoppen en spelletjes’. Hij richtte zelfs een club op om zijn filosofie te kunnen verspreiden.

In Amerika raakte het woord pas bekend in december 1980 toen een popgroep met de naam ‘the All-City Waitress Band and the World-Famous Couch Potatoes’ opdook in een officieel rapport uit Pasadena (Californië). Een paar maanden later werd in een sportverslag in The New York Times een eerste poging gedaan om het begrip te omschrijven.

Een populaire etymologie die later opdook was die van de aardappel als ‘een knol met veel ogen’. Er verscheen zelfs een ‘Official Couch Potato Handbook’, waarin o.a. sprake was van Mash Potatoes (kijkers die verslaafd zijn aan gesofisticeerde situatiekomedies) en Spec-Taters (bierzuipende kijkers die naar voetbalwedstrijden kijken tot ze in slaap vallen).

Het woord leende zich uiteraard tot allerlei woordspelingen.

In 1985 werd een damesvereniging opgericht onder de naam Couch Tomatoes.

Rond 1986 raakte het woord volledig ingeburgerd in het Amerikaans-Engelse taalgebruik. Vgl. videoot.

Een computerversiaafde wordt tegenwoordig een mouse potato genoemd.Ze bestaan echt: de televisieverslaafden, die geen hoger genot kennen dan het onafgebroken televisiekijken, liefst naar meerdere toestellen tegelijk. Dag en nacht zitten ze op de bank, zich voedend met junkfood dat zich onder handbereik bevindt. De couch potatoes dragen hun versierselen met trots en laten zich door niets, zelfs niet door sex, van hun geloofsbeoefening afbrengen. (Vinyl, januari 1988)

Het zijn geen ‘couch potatoes’, ze gebruiken TV niet als behang en zijn dus ook minder snel te vangen. (HP/De Tijd, 22/10/1993)

< >