Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

bulderbast, buiderhond

betekenis & definitie

(verouderd) iemand die steeds vloekt en tiert. Bulderbast werd reeds opgetekend bij Wolff & Deken.

Andere (verouderde) samenstellingen met -bast om een persoon aan te duiden zijn o.a. knoeibast (opgetekend door Boekenoogen) en gierebast.... een vlegelachtige ouwe bulderbast. (A.M. de Jong, Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928)

Elk ogenblik kan die buiderhond uit Chicago weer naar beneden komen stuiven en als hij jou hier binnen vindt en vraagt wat je hier uitvoert, hebben we de poppen aan het dansen. (Willy van der Heide, Vreemd gespuis in een warenhuis, 1957)

< >