(Bargoens) slecht vakman, knoeier, prutser; beunhaas. Er zijn wel meer beroepen die denigrerend worden gebruikt: fietsenmaker en glazenwasser bijvoorbeeld.
Er wordt vooral de spot gedreven met de trage handeling. Zie ook lui de behanger.Vroeger hield ik altijd al van cowboytje spelen en nu heb ik een echt geweertje! Ik kan naar Bosnië worden gestuurd, mentaal ben ik daar klaar voor. Hopelijk staat er dan geen behanger boven me, want een verkeerd ingeschatte opdracht kost bij ons mensenlevens. (HP/De Tijd, 10/06/1994)