De Tempel is een buitenplaats in Overschie, rijksmonument dat sinds 1947 eigendom is van de gemeente Rotterdam.
De eerste vermelding van De Tempel stamt uit 1485, toen Gillis van Cralingen de hofstede De Tempel aan zijn neef Jan van Cralingen beleende. Waarschijnlijk stamt de naam De Tempel af van het middeleeuwse ‘tempel’, een voorwerp om een sluis open te houden zodat het water kon worden doorgelaten. De Tempel ging in vele handen over onder andere in die van Reinier, de zoon van Johan van Oldenbarnevelt.
In de zeventiende eeuw was De Tempel niet meer dan een heerlijkheid met een boerenwoning en bijgebouwen. Het grondgebied van De Tempel werd tot beneden de grondwaterstand afgegraven met de bedoeling veen te winnen. Daarmee verdween de heerlijkheid van de aardbodem. De rechten echter gingen over op de hofstede Berkeloord, het terrein van de huidige De Tempel. Omdat Berkeloord zo tot hoge heerlijkheid werd bestempeld werd ze omstreeks 1715 verbouwd tot ‘hofstad De Tempel’. Ze werd bovendien uitgebreid met een stal, koetshuis, oranjerie, tuinen en waterwerken.
De rechten van de hoge heerlijkheid leidden er zelfs toe dat De Tempel in 1814 een afzonderlijke gemeente werd. Dit was een bijzondere constructie aangezien er een burgemeester en een gemeentebestuur was maar geen inwoners. Dit duurde tot de grondwetsherziening van 1848 maar pas in 1855 werd de gemeente De Tempel opgeheven en bij Berkel en Rodenrijs gevoegd.