Robbert-Jan Willeboordse

Afgestudeerd in de geschiedenis (MA)

Gepubliceerd op 23-09-2016

Wildernisregaal

betekenis & definitie

Ook bekend als 'wildernisrecht'. Het was een recht dat bestaat vanaf de late middeleeuwen die bepaalde dat een territoriale vorst claim kon leggen op gronden zonder eigenaar. Meestal waren dat onontgonnen gronden, zoals bossen, duinen of stranden. Dit land werd hierdoor bij het vorstelijk domein werd toegevoegd.

Het wildernisregaal omvatte veel machtsmogelijkheden voor de vorst. Niet alleen kreeg het hierdoor een groter domein, een vorst kon ook vanuit dit recht claim leggen op bijvoorbeeld alles wat op die landen aanspoelde, wat door de wind werd aangevoerd, wat in de grond zat, op de dieren die er leefde, enzovoorts. Vorsten verzonnen dan ook manieren om hier inkomsten uit te genereren. Zo konden ze bijvoorbeeld visserijrechten en turfrechten verpachten.

Het bekendst is het wildernisregaal omwille van de vorstelijke aanspraak op bossen. Dit had onder meer te maken met het jachtrecht, waardoor sommige vorsten zeer streng de rechten over hun bossen bewaakten. Hierdoor zijn grote boscomplexen bewaard gebleven in Engeland, Frankrijk en Duitsland. Deze houding was impopulair onder vooral boeren, die in hun dagelijks gebruik sprokkelden in de bossen. Beroemd zijn dan ook de dertiende-eeuwse verhalen over Robin Hood, die met zijn 'merry men' een plaag vormde voor de boswachters van de Normandische koning. Het wildernisregaal was ook een middel om het beperkt beschikbare hout te kunnen beheersen. Na het jaar 1000 waren er door de grote landbouwontginningen namelijk nauwelijks ongerepte woudmassieven meer over in Europa. De vraag naar hout was groot, want het was belangrijk als brandstof én als bouwmateriaal.

Na de Franse Revolutie is het wildernisregaal overgegaan op de staat.