Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie W
- weersomstandigheden
- weerspannig
- weerspiegelen
- weerspreken
- weerstaan
- weerstand
- weerstandsvermogen
- weersverwachting
- weerszijden
- weervrouw
- weerwerk
- weerwil
- weerwolf
- weerwoord
- weerzien
- weerzin
- wees
- Weesgegroet
- weeshuis
- weeskind
- weet
- weetgierig
- weetje
- weg
- wegbereider
- wegbergen
- wegblijven
- wegcijferen
- wegcode
- wegdeemsteren
- wegdek
- wegdenken
- wegdoen
- wegdragen
- wegduiken
- wegebben
- wegedoorn
- wegen
- wegennet
- wegens
- Wegenwacht®
- weggaan
- wegge
- weggebruiker
- weggeefwinkel
- weggeven
- weggooien
- weghelft
- wegkijken
- wegkomen
- wegkruipen
- wegkwijnen
- weglaten
- wegleggen
- wegligging
- weglopen
- wegmaken
- wegmarkering
- wegmoffelen
- wegnemen
- wegomlegging
- wegpakken
- wegpesten
- wegpinken
- wegpiraat
- wegpromoveren
- wegraken
- wegrestaurant
- wegsaneren
- wegscheren
- wegscheuren
- wegschrijven
- wegseizoen
- wegsmelten
- wegspelen
- wegsport
- wegsterven
- wegstoppen
- wegteren
- wegvagen
- wegvallen
- wegverkeer
- wegvervoer
- wegvoeren
- wegwedstrijd
- wegwerken
- wegwerker
- wegwerp-
- wegwerpgebaar
- wegwezen
- wegwijs
- wegwijzer
- wegwuiven
- wegzakken
- wegzetten
- wegzinken
- wei
- weide
- weiden
- weids