Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie O
- omnivoor
- omploegen
- ompraten
- omranden
- omrasteren
- omrekenen
- omrijden
- omringen
- omroep
- omroepbestel
- omroepbijdrage
- omroepen
- omroeper
- omroeporganisatie
- omroeren
- omruilen
- omschakelen
- omschieten
- omscholen
- omschrijven
- omsingelen
- omslaan
- omslachtig
- omslag
- omslagdoek
- omslagpunt
- omslagstelsel
- omsluiten
- omsmelten
- omspannen
- omspelen
- omspellen
- omspitten
- omspoelen
- omspringen
- omstander
- omstandig
- omstandigheid
- omstebeurt
- omstreden
- omstreeks
- omstreken
- omstrengelen
- omstuwen
- omtrek
- omtrekken
- omtrent
- omturnen
- omvallen
- omvang
- omvangrijk
- omvaren
- omvatten
- omver
- omverwerpen
- omvliegen
- omvormen
- omvouwen
- omwallen
- omweg
- omwenteling
- omwerken
- omwikkelen
- omwille
- omwisselen
- omwoelen
- omwonend
- omwonende
- omzeggens
- omzeilen
- omzendbrief
- omzet
- omzetbelasting
- omzetten
- omzichtig
- omzien
- omzomen
- omzwaaien
- omzwerving
- on demand
- on-Nederlands
- onaandoenlijk
- onaangenaam
- onaangepast
- onaangeroerd
- onaantastbaar
- onaanvaardbaar
- onaardig
- onacceptabel
- onachtzaam
- onafgebroken
- onafhankelijk
- onafscheidelijk
- onafwendbaar
- onafzienbaar
- onaneren
- onanie
- onbaatzuchtig
- onbarmhartig
- onbedaarlijk