Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie W
- wikkelen
- wikkelrok
- wikken
- wil
- wild
- wildbraad
- wildbreien
- wildcard
- wilde
- wildebras
- wildeman
- wilden
- wildernis
- wildgroei
- wildkamperen
- wildpark
- wildplakken
- wildplassen
- wildrooster
- wildstand
- wildvreemd
- wildwatervaren
- wildwestfilm
- wilg
- wilgen
- wilgenkatje
- Wilhelmus
- willekeur
- willekeurig
- willen
- willens
- willig
- willoos
- wilsbeschikking
- wilskracht
- wilsonbekwaam
- wimpel
- wimper
- wind
- windas
- windbuil
- windbuks
- winde
- windei
- winden
- windenergie
- winderig
- windhaan
- windhandel
- windhond
- windhoos
- windjack
- windjammer
- windkracht
- windmolen
- windorgel
- window
- windrichting
- windroos
- windscherm
- windsel
- windsingel
- windstil
- windstoot
- windstreek
- windsurfen
- windtunnel
- windturbine
- windvaan
- windwijzer
- windzak
- winegum
- wingerd
- wingewest
- winkel
- winkel-wandelstraat
- winkelbediende
- winkelbedrijf
- winkelcentrum
- winkeldiefstal
- winkelen
- winkelgalerij
- winkelhaak
- winkelier
- winkeljuffrouw
- winkelketen
- winkelmandje
- winkelpand
- winkelprijs
- winkelpromenade
- winkelwaar
- winkelwagen
- winnaar
- winnen
- winst
- winst-en-verliesrekening
- winstaandeel
- winstbejag
- winstbewijs
- winstdeling