Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie V
- voorgespannen
- voorgevel
- voorgeven
- voorgevoel
- voorgift
- voorgoed
- voorgrond
- voorhamer
- voorhand
- voorhanden
- voorhebben
- voorheen
- voorheffing
- voorhistorisch
- voorhoede
- voorhof
- voorhoofd
- voorhoofdsholte
- voorhouden
- voorhuid
- voorhuis
- voorhuwelijkssparen
- voorin
- vooringenomen
- voorjaar
- voorjaarsvakantie
- voorkant
- voorkauwen
- voorkennis
- voorkeur
- voorkeursbehandeling
- voorkeursbeleid
- voorkeurspelling
- voorkeurstem
- voorkomen
- voorkomend
- voorlaatst
- voorlader
- voorland
- voorlangs
- voorleden
- voorleggen
- voorleiden
- voorletter
- voorlezen
- voorlichten
- voorlichter
- voorliefde
- voorliegen
- voorligger
- voorlijk
- voorlopen
- voorloper
- voorlopig
- voormalig
- voorman
- voormeld
- voormiddag
- voorn
- voornaam
- voornaamwoord
- voornamelijk
- voornemen
- voornemens
- voornoemd
- vooronder
- vooronderstellen
- vooronderzoek
- vooroordeel
- vooroorlogs
- voorop
- vooropening
- vooropleiding
- vooropstellen
- vooropzegging
- vooropzetten
- voorouders
- voorover
- voorpagina
- voorpand
- voorplat
- voorplecht
- voorportaal
- voorpost
- voorpraten
- voorpret
- voorproefje
- voorprogrammeren
- voorraad
- voorradig
- voorrang
- voorrangskruising
- voorrangsweg
- voorrecht
- voorrede
- voorrekenen
- voorrijden
- voorrijkosten
- voorronde
- voorschieten
