Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie S
- savoir-vivre
- savooiekool
- sawa
- sax
- saxofonist
- saxofoon
- sbao
- scabiës
- scabreus
- scala
- scalp
- scalpel
- scalperen
- scampi
- scan
- scandaleus
- scanderen
- scannen
- scanner
- scarabee
- scenario
- scene
- scène
- scepsis
- scepter
- scepticisme
- scepticus
- sceptisch
- schaaf
- schaafijs
- schaafsel
- schaafwond
- schaak
- schaakbord
- schaakcomputer
- schaakklok
- schaakmat
- schaakmeester
- schaakspel
- schaal
- schaaldier
- schaalverdeling
- schaalvergroting
- schaambeen
- schaamdeel
- schaamhaar
- schaamlip
- schaamluis
- schaamrood
- schaamstreek
- schaamte
- schaamteloos
- schaap
- schaapachtig
- schaapherder
- schaapskleren
- schaapskooi
- schaar
- schaardijk
- schaars
- schaarste
- schaats
- schaatsen
- schacht
- schachtendoop
- schade
- schadelijk
- schadeloosstellen
- schaden
- schadeplichtig
- schadevergoeding
- schadevrij
- schaduw
- schaduwadministratie
- schaduwbeeld
- schaduwen
- schaduwkabinet
- schaduwplek
- schaduwrijk
- schaduwzijde
- schaffen
- schaft
- schaften
- schakel
- schakelaar
- schakelarmband
- schakelen
- schakeling
- schakelkast
- schakelklas
- schakelklok
- schakelwoning
- schaken
- schakeren
- schakering
- schaliegas
- schalks
- schallen
- schalm
- schalmei
