Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie O
- opportuniteitsbeginsel
- opportuun
- opposant
- oppositie
- oppositiepartij
- oppotten
- oprakelen
- oprapen
- oprecht
- oprekken
- oprichten
- oprijden
- oprijlaan
- oprijzen
- oprisping
- oprit
- oproep
- oproepcontract
- oproepen
- oproepkracht
- oproer
- oproerkraaier
- oprollen
- oprotpremie
- oprotten
- opruien
- opruimen
- oprukken
- OPS
- opschalen
- opscharrelen
- opschepen
- opscheplepel
- opscheppen
- opschepper
- opschieten
- opschik
- opschikken
- opschonen
- opschorten
- opschrift
- opschrijven
- opschrikken
- opschroeven
- opschudden
- opschudding
- opschuiven
- opsieren
- opslaan
- opslag
- opslagplaats
- opslokken
- opslorpen
- opsluiten
- opsmuk
- opsmukken
- opsnijden
- opsnorren
- opsnuiven
- opsodemieter
- opsodemieteren
- opsommen
- opsouperen
- opsparen
- opspelen
- opsporen
- opsporingsregister
- opspraak
- opspringen
- opspuiten
- opstaan
- opstal
- opstand
- opstandeling
- opstandig
- opstanding
- opstap
- opstapelen
- opstappen
- opstarten
- opsteken
- opsteker
- opstel
- opstellen
- opstijgen
- opstoken
- opstomen
- opstootje
- opstopper
- opstopping
- opstoten
- opstrijken
- opstropen
- opstuiven
- opsturen
- Opta
- optakelen
- optater
- optekenen
- optellen
