Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie D
- doortrek
- doortrekken
- doortrokken
- doorvaart
- doorverbinden
- doorverkopen
- doorverwijzen
- doorvoed
- doorvoeld
- doorvoer
- doorvoeren
- doorwaadbaar
- doorwaakt
- doorweekt
- doorwegen
- doorweken
- doorwerken
- doorwerkt
- doorwinterd
- doorwrocht
- doorzagen
- doorzakken
- doorzetten
- doorzettingsvermogen
- doorzeven
- doorzicht
- doorzichtig
- doorzien
- doorzoeken
- doorzonwoning
- doos
- doosvrucht
- dop
- dopamine
- dope
- dopeling
- dopen
- doperwt
- dopheide
- dophoed
- doping
- dopluis
- doppen
- dopper
- dopplereffect
- dopsleutel
- dopvrucht
- dor
- doré
- Dorisch
- dorp
- dorpel
- dorpeling
- dorps
- dorpshuis
- dorpskom
- dorsaal
- dorsen
- dorsmachine
- dorst
- dorsten
- dorstig
- dorstlesser
- dorsvlegel
- DOS
- doseren
- dosis
- dossier
- dot
- dotatie
- dotcombedrijf
- doteren
- dotter
- dotterbloem
- dotteren
- douairière
- douane
- douanier
- doublé
- double-breasted
- doubleren
- doublet
- doubleur
- doublure
- douceurtje
- douche
- douchecel
- douchegel
- douchekop
- douchen
- douw
- douwen
- dovemansgesprek
- dovemansoren
- doven
- dovenetel
- Dow-Jonesindex
- down
- downgraden
- download