Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie A
- audiologie
- audiometer
- audiorack
- audiotheek
- audiotoren
- audiotour
- audiovisueel
- audit
- auditeur
- auditeur-generaal
- auditie
- auditief
- auditor
- auditorium
- aug
- augiasstal
- augmented reality
- augurk
- augustijn
- augustus
- aula
- aura
- aureool
- auscultatie
- auspiciën
- ausputzer
- autarkie
- auteur
- auteursrecht
- auteurswet
- authenticatie
- authenticiteit
- authentiek
- autisme
- autist
- autistisch
- auto
- auto-immuunziekte
- auto-instructeur
- auto-ongeluk
- autobaan
- autobiografie
- autobiografisch
- autobom
- autobus
- autochtoon
- autocontrole
- autocoureur
- autocraat
- autocratie
- autocross
- autocue
- autodidact
- autodroom
- autofocus
- autogas
- autogeen
- autogordel
- autograaf
- autogram
- autokerkhof
- autoluw
- automaat
- automatiek
- automatisch
- automatiseren
- automatisme
- automobiel
- automobielinspectie
- automobilist
- automonteur
- automutilatie
- autonomie
- autonoom
- autopapieren
- autopark
- autoped
- autopetten
- autopsie
- autorijden
- autorijschool
- autorisatie
- autoriseren
- autoritair
- autoriteit
- autosalon
- autoslaaptrein
- autosnelweg
- autosoom
- autostop
- autostrade
- autosuggestie
- autotune
- autowasstraat
- autoweg
- autowijding
- autowrak
- autozetel
- avances
- avant la lettre
