populaire afscheidsgroet. Afgeleid van Am.-Engels slang toodle-oo, een klanknabootsend woord (het geluid van een autotoe- ter wordt hier nagebootst); alhoewel het mogelijk ook om een verbastering gaat van Frans a tout a l’heure.
Dus toedeloe, en als ik nog eens wat voor u doen kan muvvie, bel dan maar. (Herman Pieter de Boer: Het herenhotel, 1979)
‘Toedeloe.’ Henk had nog willen wegduiken - te laat. (Ben Borgart: Levende Cargo, 1983)
‘Toedeloe’, zei ze. (Rinus Ferdinandusse: De haren van de vos, 1983)
‘Toedeloe’, wuifde Vidal met zijn vingers. (Ben Borgart: Het geluk ligt om de hoek, 1991)
Met Glenn Schaap, die een tijdlang mijn coach was, had ik het over tennis, ik trainde met hem en vervolgens zei ik: ‘Doei, toedeloe, tot morgen.’ (Nieuwe Revu, 27/09/95)