Gepubliceerd op 21-06-2017

Schoorsteenvegen

betekenis & definitie

copuleren (gezien vanuit het mannelijk standpunt). Vulgaire uitdr. Vgl. Duits den Schornstein umbegen. Schoorsteen is één van de vele metaforen voor het vrouwelijk ge-slachtsdeel. Deze slanguitdr. komt voor in vele kroeg- en studentenliederen, en dateert al uit de 18de eeuw (terug te vinden in liedboeken uit die periode).

O mijn lekker beetje / kippetje zonder kop / nonnetje zonder kap / mag ik misschien je schoorsteentje vegen? (Kaas & Brood en Bikkelacht, Ongeregelde Studentenschrifturen 1953 -1966)

Werd mijn schoorsteen maar eens goed geveegd! (Heere Heeresma: Geschoren schaamte, 1968)

Hij begon een lied te zingen, uit de tekst bleek dat hij een oude schoorsteenveegster was, die op haar beurt weer een lied zong met als refrein: ‘Hup zei m’n bezempje daar gaat ie weer, door mijn schoorsteen op en neer.’ (Rinus Ferdinandusse: De bloedkoralen van de bastaard, 1971) [de hij waarvan sprake is, is een man die met een omgeknoopt boerin- nenschort een act opvoert]

< >