er is een kink in de kabel; iets verloopt niet naar wens. Slanguitdr. Ruis heeft ook (onder studenten en scholieren) de bet. ‘onrust, lawaai’ en vandaar ook ‘twist, onenigheid’. Voorbeeld: die zaak gaat veel ruis geven. In de jaren tachtig in zwang gekomen.
Het is een fraai staaltje van bewust lekken. Door deze informatie nu plotseling naar buiten te brengen, wil de BVD kijken of er ‘ruis op de lijn’ komt. (Elsevier, 10/07/93)