in een bepaalde houding naast elkaar, tegen elkaar aanliggen, als lepeltjes in een doosje. Deze uitdr. is vooral populair onder jongeren.
... lepeltje lepeltje liggen: na een feestje met z’n allen naast elkaar op de vloer slapen. (Cor Hoppenbrouwers: Jongerentaai, 1991)
... maar er is een aanvaardbaar alternatief dat ook veel punten oplevert: de lepeltjeshouding, met de knieën van de een in de knieholten van de ander. (Yvonne Kroonenberg: Kan ik hem nog ruilen, 1991) Ik weet nog dat ik ging kamperen met een vriend van school, een echte kanjer. Ik probeerde lepeltje- lepeltje te slapen. En dat die jongen toen zo’n denigrerende opmerking maakte van: ‘Je lijkt wel een meid.’ (HP/De Tijd, 17/09/93)