spottende ben. voor een preuts meisje of een schuchtere of onhandige jongeman.
Endt en Frerichs denken aan de toegeknepen aarsopening en menen dat het hier om een vondst gaat van Bet van Beeren, een befaamde Amsterdamse kroeghoudster uit de jaren vijftig. DeBruin kan echter ook gewoon een toevoeging zijn, gebruikt ter versiering; vgl. bijv. lulletje hangmans/lampenkatoen/lam- penpit/rozenwater/stoepmans. Er bestaat ook een informele uitdr. met een heel andere bet.: een kind krijgen vanKutjedeBruin, gezegd van iets dat hoogst onwaarschijnlijk is, dat niet gauw zal gebeuren. De logica is hier wel zoek, want kinderen krijgen heeft natuurlijk niets uit te staan met preutsheid.
‘Kutje de Bruin’ - kapitein Bartels - was zo bang geweest van het kreng dat hij in zijn broek had gescheten en na de eerste reis van zee was gegaan. (Jan de Hartog: De Commodore, 1987)