Gepubliceerd op 21-06-2017

Kont (kontje)

betekenis & definitie

zie ook aan mijn zondagse kont; een kouwe kont hebben; een natte kont geven; een open kont; heet/grof in de mond, koud in de kont.

1. dat zal me aan mijn -/reet/rug roesten, dat kan me niet schelen; mij een zorg. Deze informele uitdrukking werd begin jaren tachtig erg populair.

Wat z’n klanten ervan vonden zou ’m aan z’n kont roesten. (J.A. Deelder: Schone Welt, 1982)

Maar als wij een nummer zouden maken wat we zelf goed vonden en we kwamen er mee in de top 40, dan zou het me aan mijn reet roesten. (Vrij Nederland, 10/03/84)

’t Was waanzin om van punk '77 een revolutiejaar te maken. Punk... ’t zal de wereld toch aan z’n reet roesten. (Oor, 24/01/87)

Persoonlijk zal ’t mij aan m’n kont roesten op welke dag ze gaan draaien. (Theo van Gogh: Mijn favoriete graftak (en ander onheil), 1989)

’t Zal m’n rug roesten hoe deze diaken heet. (Maarten ’t Hart: De Unster, 1989)

2. hallo, wie bejje dan met je kleine -je, je moet niet zo’n hoge toon aanslaan (met de achterliggende gedachte: je hebt immers niks te betekenen). Rotterdamse uitdr.
3. iemand in zijn - kruipen, iemand vleien. Vooral in soldatentaal erg populair.

Ik weet datje dat soort mannen beter in de kont kunt kruipen, maar ik kon het niet opbrengen. (HP/De Tijd, 15/09/95)

4. -je-je, schertsende variant op koppie koppie.
5. -je wippen, slanguitdr. voor ‘copuleren’. Vgl. van bilgaan.
6. lui maar tegen mijn -, want mijn kop is ziek, klets maar, ik luister toch niet; mij maak je niets wijs. Ontleend aan Frans cause a mon cul, ma tête est malade (al in de 17de eeuw). Variant klets maar tegen mijn kont... (o.a. vermeld door Van Eijk 1978, met de bet. ‘ik hoor niet watje zegt’).

De enige verhalen die je hier niet hoort, zijn de verhalen die je zou moeten horen: namelijk die over mislukte hulpverlening. Een thuisloze: ‘Lui maar tegen m’n kont, want m’n kop is ziek. Ze douwen je door 26 zeven, tot je bij nummer 27 rijp bent voor het gekkenhuis of op straat staat. Jullie noemen dat “Sociale Betrokkenheid”.’ (Nieuwe Revu, 25/01/90)

7. voor zijn - schoppen, afmaken, voltooien.

Deze uitdr. wordt vooral gebruikt door ambachtslieden in de Utrechtse Vechtstreek en Zuid-Holland. Voorbeeld: dat karweitje zullen we eens voor zijn kont schoppen!

8. wie kent mijn -/gat in Frankrijk/Keulen, niemand kent mij daar, ik hoef me voor niemand te schamen; trekje niets aan van wat anderen zeggen. Cliché-uitdr. die men vaak gebruikt wanneer iemand een erg onverzorgd uiterlijk heeft. Een variant hiervan is volgende dialoog: ‘Wie kent mijn kont in Keulen?’, waarop het schertsend antwoord: ‘Wie kent de flodder in Kleef?’ (flodder kan zowel ‘slordig kledingstuk’ als ‘slordige vrouw’ betekenen).

< >