1. in de - valt men niet, je moet tactisch zijn, moeilijkheden trachten te vermijden. Deze zegswijze, die in de hedendaagse spreekwoordenboeken eigenaardig genoeg ontbreekt, dateert al uit de 18de eeuw. Ze wordt o.a. vermeld door Peter hoefnagels: Je zwam te grabbel gooien (1983). Nauw verwant zijn de Engelse uitdr. the kitchen is notforfalling en het Amerikaanse ifyou can’t stand the heat, get out of the kitchen (in de jaren vijftig gelanceerd door de Amerikaanse president Truman).
2. -tje witten, in homokringen gebruikt voor ‘het hebben van anaal contact’. Keuken is niet alleen een slangwoord voor ‘achterste, aars’, maar ook voor ‘het vrouwelijk geslachtsorgaan’ (in deze laatste bet. al in de 16de eeuw opgetekend). Wit is als slangterm gebruikelijk voor ‘sperma’, zodat de beeldspraak meteen duidelijker wordt. In het Amerikaanse homoslang bet. to clean up the kitchen overigens ‘kont- likken’ of ‘beffen’. Van Eijk 1978 geeft bij de uitdr. haar keukentje wittende omschrijving ‘copuleren’.