Gepubliceerd op 21-06-2017

Kat (katje):

betekenis & definitie

1. als mijn - een koe was, kocht ik geen melk meer/gaf ze melk,schertsend gezegd tegen iemand die bezwaren uit. Zie ook als mijn tante een snor/ klootjes/een pikkie had, dan was ze mijn oom.

2. de- erop gooien,op een geringschattende manier uiting geven van iets. Ook ‘ergens de goede stemming bederven’. Deze Bargoense uitdr. heeft zich wellicht ontwikkeld uit 3: een vinnige afwijzing.
3. de -/een -je krijgen,een standje, bekeuring, afstraffing krijgen. Bargoense uitdr., ontwikkeld uit bekattering,van het Hebreeuwse me- qatreig‘satan’. Vgl. ook afkatten.

Hij doet alleen z’n dienst om geen katje te krijgen! (Piet Bakker: Cis de Man, 1947)

Willy is trouwens sowieso altijd degene die de kat krijgt als er weer eens iets in artiestenkringen is gebeurd. (De roerige wereld van Pistolen Paul, 1968) Wanneer zie je Rotterdam nou op de buis? Alleen asze kenne late zien hoe hier op 4 mei om 8 uur ’s avonds de trams gewoon doorrije. Dan krijg Rotterdam nog effe gauw de kat. (J.A. Deelder: Drukke dagen, 1988)

4. de- vangen,een strop krijgen; ertussen genomen worden; belazerd worden. Bargoense uitdr.

De meesten hebben natuurlijk helemaal niks gedaan. Ja of hun neus bloedde, maar daar hebbie ’t wel mee gehad. Hoe dan ook Pétain vangt de kat. (J.A. Deelder: Modern Passé 1988)

5. de- (van de bakker) heeft het gedaan,clichége- zegde waarmee men alle beschuldigingen afwijst.
6. een - laaien,Bargoense uitdr. voor ‘een ontgoocheling oplopen; teleurgesteld of bedrogen worden’. Wellicht ontwikkeld uit3. Vgl. een zeperd laaien/krijgen.Zie ook 4.

Godsame krakepitten, is dat niezer een pot? Komt dat helemaal uit Den Haag hierheen om te snuffelen? Weetje zeker dat ik geen kat laai jongen? (Harry Boting: Nog meer jatmous, 1967)

Nee, natuurlijk heeft ze niet met hem over Willie gepraat. ‘Ik zal me daar een kat gaan laaien.’ (Bert Hiddema: Wiener Bloed, 1986)

7. iets dat de - binnenbracht,schertsend gezegd van iemand die er verfomfaaid uitziet, als een verzopen kat. Engels (to look like) something the cat brought in.

Hij is een kruising tussen een verlopen rocker en Iets Dat De Kat Binnenbracht. (Humo, 02/07/87)

8. - in het bakkie,slanguitdr. voor ‘een (schijnbaar) gemakkelijk karweitje’. Bet. echter ook ‘oké; dat is voor elkaar; de zaak is rond’. Door inbrekers gezegd van een geslaagde diefstal. Politiemensen gebruiken het m.b.t. een zaak die afgehandeld is. Vooral Rotterdams (o.a. in Opoe Herfst). Katbet. hier misschien ‘loon, op-brengst’ en is dan afgeleid van het Maleise gad- ji(naar Nederlands gage).

Affïjn, het gaat van Sjeek uit: en dan is ’t halfvast wel kat-in-’t bakkie! (Willem van Iependaal: Lord Zeepsop, 1937)

Henkie wist een sigarenwinkel. Een gewoon abc-tje, kat in het bakkie. (Haring Arie: Tweede Boek, 1969) Alles is al met een krijtje afgetekend, dus kat in het bakkie! (Martin Boelens: De dochter van de hondekop, 1977)

... en dat gaat die gladjanussen nu eenmaal makkelijker af wanneer zo’n beest ‘casus belli’ en buiten hun aansprakelijkheid om naar Europa gesjoemeld is. Kat in ’t bakkie. (Ben Borgart: Levende Cargo, 1983)

Er zat geen enkele vent met kloten bij. En het was helemaal kat in het bakje. (Rinus Ferdinandusse: De haren van de vos, 1983)

In zes gevallen bleek het bij nader inzien om natuurlijke dood of suïcide te gaan. Een ‘kat in het bakkie’, zoals een makkelijke zaak genoemd wordt, is er zelden bij. (Haagse Post, 14/03/87)

De sollicitatiegesprekken waren bovendien redelijk positief verlopen. Onwillekeurig denk je dan toch: kat in ’t bakkie. (Het Parool, 20/04/91)

Ik had niet meer op hem gerekend. Ik dacht, toen ik over Da Silva heen kwam, dat het kat-in-het- bakkie was. (De Volkskrant, 24/07/92)

9. - met zeven staarten,marineslang voor ‘geseling’.
10. - vallen,Bargoense uitdr. voor ‘betrapt worden’.
11. -je beuren/halen/vangen,marineslang voor ‘zijn salaris opstrijken’. Katjeis hier een verbastering van het Indonesische woord gadji ‘vet’: was de gage ontvangen dan zat men weer ‘vet’ in het geld. Gadjiop zijn beurt is een verbastering van Nederlands gage.Het woord is dus uitgeleend en weer teruggeleend. In casinoslang is een katjeeen bedrag van 25 gulden, altijd maximaal tien procent van de inzet, dat verliezende spelers kunnen vragen voor een taxi huiswaarts.

Ik ben niet getrouwd omdat ik er niks voor voel elke week me katje op tafel te legge en er een tientje van terug te krijge. (Theo Kars: Gevaarlijk leven, 1983)

Soppen en aan de bef was wel lekker, maar niet van het kadje. (Jan Cremer: De Hunnen. Deel II, Bevrijding, 1984)

12. nog zo’n -je en ik heb een bontjas,schertsende uitdr., gebruikt nadat men van iemand een verwijt of berisping krijgt. Verwijst naar 3.
13. voorde - zijn kut/kale,is voor niets; vergeefs; syn. voor de nop; voor noppes.Slanguitdr. Eufe-mistische synoniemen zijn voorde ka-ze-ka; voor de kat zijn blindedarm/kont/linkeroog/reet/snor/ro- zijn/viool enz.De twee eerste varianten zijn wellicht de oorspronkelijke, gekozen vanwege de alliteratie. Sinds de jaren zestig in zwang.

‘Schiet toch op... verdomme!’, snauwde hij. ‘Ik lig hier niet voor de kat z’n reet!’ (Hans Koekoek: Louter onzin, 1969)

... geen van allen had zee gekozen ‘voor de kat z’n snor’. (Ben Borgart: Troost. Verhalen, 1981)

... ik stel me aan als een idioot en waarvoor? Voor nop, voor niks, voor de kat z’n kont of z’n kut... (Marijke Höweler: Van geluk gesproken, 1982) Gelaten liet Henk Mulder zich voortrijden naar het punt van feitelijke wetsoverschrijding. Voor de kat z’n snor, dacht hij schamper. (Ben Borgart: Levende Cargo, 1983)

Dan heeft Jan niet voor de kat d’r kut elf jaar lang aan deze trilogie gewerkt. (A. Moonen: Omgelegde dagen, 1984)

Dus ik heb dit fantastische verhaal helemaal voor de kat z’n kale geschreven?! (Popfoto, juni 1987)

... de caravan, die toch niet voor de kat z’n viool is aangeschaft... (Jos Brink: Laat mij maar schuiven, 1988)

Een postzegel kost nog altijd zeven dup en die sluifje dus niet voor de kat-ze-kale bij, om het maar even op z’n Hollands te zeggen. (Muziek Express, februari 1988)

... ik heb niet voor de kat z’n kut al die papieren rotzooi voor je in orde gemaakt. (Haring Arie: De Sarkast, 1989)

Ik schrijf die brieven toch niet voor de kat z’n kut! (Boudewijn Büch: De rekening, 1989)

‘De hel is er niet voor de kat zijn kud was vorig jaar het thema op de EO-jongerendag en zo is het. (Freek de Jonge: De brillenkoker, 1990)

Je zit toch niet voor de kat z’n blindedarm in het bestuur van de KNVB en je laatje als voorzitter toch niet zomaar een half miljoen door je christelijke neus boren. (NRC Handelsblad, 26/10/90)

Ik heb altijd de behoefte gehad om zoveel mogelijk mensen te bereiken. Een maximaal rendement van hoge inspanningen, anders werkje voor de kat z’n kut. (De Volkskrant, 28/03/92)

Dat plechtanker was natuurlijk niet voor de kat zijn viool uitgeworpen. (Elsevier, 06/03/93)

Het gaat om de lezers. Zolang ik niet geplaagd word door het gevoel voor de kat z’n kut te schrijven, mag de literaire kritiek me diskwalificeren. HP/De Tijd, 14/10/94

Dat is ook de reden waarom we met zo’n heel kunst-team aan ‘Sterrenslag’ hebben meegedaan. We doen zoiets echt niet voor de kat z’n kut. (Nieuwe Revu, 04/01/95)

Zij maken niet langer zo maar voor de kat z’n kut reclame, maar stemmen nu hun uiting af op het medium waarin zij publiceren. (Wave, mei 1995)

14. watjijzegten de - legt, dat stop ik in één bakkie, wat jij zegt, daar trek ik mij niets van aan. Cliché.
15. zijn - sturen,verstek laten gaan; niet komen opdagen wanneer men (ergens) verwacht wordt. Deze Vlaamse uitdr. duikt de laatste tijd sporadisch op in de Noord-Nederlandse wielerverslaggeving. Bijv. gezegd van een renner die de pijp aan Maarten gaf, die niet van start ging in de etape.

< >