Gepubliceerd op 21-06-2017

Jantje-van-leiden

betekenis & definitie

zich ergens met een - afmaken

zich ergens met een mooi praatje of smoesje van afmaken; ook ‘onzorgvuldig en haastig werk verrichten; er een potje van maken’. Deze uitdr. verwijst naar Jan Beukels- zoon van Leiden (1509 - 1536), die niet alleen een mooiprater maar ook een bedrieger en een wreedaard was. Hij werd aanvoerder van de Wederdopers (die de komst van het rijk Gods met wapengeweld wilden bespoedigen) en liet zich in 1534 ‘koning van Zion’ noemen. Hij predikte niet alleen het naderende einde van de wereld, maar ook veelwijverij (zelf had hij een groot aantal vrouwen). Ook maakte hij zich schuldig aan wreedheden. Hij voerde een waar terreurbewind en leefde in weelde en wellust. Wie voor hem niet op de knieën wilde, werd ter plaatse afgemaakt. Op 25 juni 1535 viel Munster, dat hij met hand en tand verdedigde, in handen van de bisschop van Munster. Er volgde een verschrikkelijk bloedbad onder de Wederdopers. In 1536 werd Jan van Leiden tenslotte gefolterd en terechtgesteld.

In de jaren tachtig van deze eeuw deed Ru- ding, de toenmalige minister van Financiën uit het kabinet-Lubbers, veel stof opwaaien toen hij Jan van Leiden gebruikte als personificatie van de negatieve instelling van veel werklozen wanneer het er op aankomt werk te gaan zoeken. Volgens de minister, in een uitspraak tegenover Het Vrije Volk in 1984, verbleven werklozen liever bij hun tante Truus dan dat ze naar een baan zochten.

Methodes zijn nauwgezet of je maakt je er met een Jantje van Leiden af. (Gerrit Komrij: Dit helse moeras, 1983)

Maar met zo’n Jantje van Leien mag de verslaggever zich er niet van af maken en zakelijk en helder legde hij dus uit dat het bij napalm gaat om een basismateriaal dat een bijprodukt is van de zeepfabricage. (Saartje Burgerhart: Twee keer in de week. Een selectie uit 25 jaar columns, 1987)

Laten we eerlijk wezen: veel werklozen maken zich er met een jantje-van-leiden vanaf. Vooral jongeren. Daar horen we toch allemaal verhalen van. (Vrij Nederland, 09/04/88, citeert Ruding)

We hebben er hard aan gewerkt om de kwaliteit hoog te houden, ons nooit ergens met een Jantje van Leiden vanaf gemaakt, zijn zeer streng geweest voor onszelf en dat heeft in bepaalde gevallen inderdaad tot grote successen geleid. (Oor, november 1991)

< >