in de uitdr. eerst mensen, dan hangoren:eerst de grote mensen, dan de kinderen. Deze uitdr. komt o.a. voor bij Boekenoogen en Van Veen.
Hangoren bet. eigenlijk ‘honden (of konijnen) met lange, neerhangende oren’. Gewestelijk wordt het woord volgens Wan Dale (1992) ook gebruikt om opgeschoten knapen of meisjes mee aan te duiden. Huizinga meent in deze zegswij ze een zinspeling te zien op Matteüs 15:26: ‘Hij echter antwoordde en zei- de: Het is niet goed het brood der kinderen te nemen en de honden voor te werpen.’ Nico Scheepmaker, in zijn voorwoord op Van Eijk 1978, hangt een heel andere mening aan. Volgens hem verwijzen de hangorennaar de zogeheten hangoortafels(tafels met aan weerszijden neerhangend deel van het blad). Zijn grootvader, die meubelmaker was en gespecialiseerd in deze hangoortafels, zou tijdens de watersnoodramp in 1916 zijn kostbare meubels koste wat kost in veiligheid hebben willen brengen. De man die aan de riemen van de reddingsboot zat, zou toen geroepen hebben: ‘Eerst mensen, dan hangoren!’ Met een dergelijk fan-tasierijk verhaal wil Nico Scheepmaker ons doen geloven dat deze uitdr. eigenlijk ontstaan is als gezinstaak Maar dit wordt toch wel tegengesproken door de vindplaats bij Boekenoogen. Welke ook de juiste verklaring is, een tot de verbeelding sprekende uitdr. is het wel.