ooit de eretitel van de Chinese leider Mao Zedong (1893 -1976); eigenlijk ‘de man die het roer in handen heeft’.
De naam komt voor in Mao’s Rode boekje(50ste druk, 1966): ‘De overtocht is gevaarvol, maar de roerganger betrouwbaar.’ De Belgische premier Dehaene liet zich medio 1995 door deze zinsnede inspireren voor de verkiezings- slogan ‘De weg is moeilijk, de gids ervaren.’ Tegenw. meer algemeen gebruikt voor een door iedereen aanvaarde politieke of andere leider; een persoon met gezag, voor wie iedereen eerbied heeft. Vooral een journalistencliché.
De vonkenregens spetterden af van de gedrevenheid waarmee de grote roerganger himself (‘het brood’ voor intimi) zijn kudde aanvoerde. (Oor, 21/09/85)
Het komende halfjaar mogen premier Lubbers en zijn ministers optreden als de Grote Roergangers van Europa. (Vrij Nederland, 29/06/91)
Sindsdien is ze blijven pendelen tussen het model- Van Velzen en het model-Grote Roergangster. (HP/De Tijd, 06/09/91)
In het CDA bestaat niet één grote roerganger die Eerste- en Tweede-Kamerfractie, partij en kabinet aan elkaar smeedt. (Vrij Nederland, 15/02/92)
Hij [Soekarno] dacht altijd: ‘I can get away’, hij was immers de grote roerganger. (Elsevier, 07/03/92)