geklets zonder in- houd; praatjes; onzin. Zwammenin de zin van ‘kletsen, zeuren’ werd wellicht voor het eerst gebruikt in de studententaal en is ontleend aan de zwam,een sponsachtige, voze plant, zonder gehalte, die snel groeit maar even snel weer inzakt. Volgens Woordenschatkwam zwammenal in de 19de eeuw voor op de KMA.
De toevoeging in de ruimteis wellicht veel later opgekomen. In de soldatentaal kent men nog de uitdr. zwam nu gauw‘hou op met die onzin te vertellen’ (Van Ginneken).
Ik geloof dat al dit gezwam in feite op waterachtige grondvesten berust. (Juke Box, 01/12/71)
Geen gezwam. Aanpakken geblazen. (Ben Borgart: Blauwe nachten, 1978)
Van Oekel, zoiets vind ik gezwam in de ruimte. (Oor, 07/09/85)
Terwijl ‘Ruimte voor groei’ niet meer is dan gezwam in de ruimte. (Vrij Nederland, 06/06/87)