verzamelnaam voor ‘vrouwen’. Vnl. soldatentaal. Salleveldt 1980 geeft als voorbeeld: ‘Luit, ik moet een wagen met gescheurd goed naar de kampong brengen.’ Endt en Frerichs vermelden als syn. nog het gescheurde volk.In de platte volkstaal bet. scheur niet alleen ‘vagina’: door metonymia wordt het woord ook gebruikt in de bet. ‘vrouw’ (al bij Vondel). Zo heeft Jan Cremer het in DeHun- nenover een of andere kit met scheuren.En het Scheurenschipof het schip met scheuren dat nooit zinktwas marineslang voor het opleidingsschip van de marva’s in Den Helder. De ben. gescheurd goedvoor ‘vrouwen’ is evenwel niet ontstaan in soldatenkringen; al in de 17de eeuw komen we de uitdr. tegen in de klucht PansFluytje.In de Vlaamse soldatentaal (vooral ten tijde van de Eerste Wereldoorlog) spreekt men over het gespleten regiment.
Het waren onveranderlijk mooie, slanke, goedge- klede vrouwen. Wolbert en Thomas wisselden fluisterend gegevens uit over de kwaliteit van het ‘gescheurd goed’, zoals zij het noemden. (Ben Laurens: De vreetpatrouille, 1987)
