Gepubliceerd op 21-06-2017

Gescheft/gesjeft hebben

betekenis & definitie

veel in de gevangenis gezeten hebben. Deze Bargoense uitdr. is terug te voeren op Hebreeuws sheib‘zit; ga zitten’ (sheib adauni‘neem plaats, mijnheer!’). Bij Koster Henke vinden we het werkwoord schef- fen‘zitten’, vandaar ook ‘gevangenzitten’. Een oude scheffer/schefteris ‘iemand die veel gevangen heeft gezeten’; een geschef te jongen:idem. Vandaar wellicht de huidige bet. ‘iemand die erg ervaren is, al veel heeft meegemaakt’. In het Rotwelsch (zie hiervoor Wolf) heeft schejfen een breed gamma van bet., nl. ‘doen, gaan, liggen, maken, werken, zijn, zitten’. Wolf haalt hierbij vindplaatsen aan uit de eerste helft van de 19de eeuw.

Hij heeft al weer is lang genoeg gescheft! (Willem van Iependaal: Lord Zeepsop, 1937)

... dit sjorsem maas lou jofen in de gescheften. (H. van Aalst: Onder martieners en bietsers, 1946)

< >