Gepubliceerd op 21-06-2017

Dubbel

betekenis & definitie

1. biseksueel. Een dubbelstekkeris slang voor ‘een biseksueel’. Vgl. de uitdr. aan/van twee kanten bespeelbaar.

2. in uitdr. als dubbel zijn/zitten; zich dubbel voelen:ambivalent staan tegenover een bepaald probleem; twee tegenstrijdige meningen aanhangen zonder duidelijk positie te kunnen kiezen. Dubbelheeft hier de bet. ‘ambivalent, ambigu, dubbelzinnig, dubbelhartig’ enz; men houdt bijv. van gevaar en toch koestert men er angst voor. Zo kan men ook dubbel staantegenover zichzelf of de andere sekse. Deze uitdr. werden populair gemaakt door Koot en Bie tijdens hun tv-programma op zondag 28 september 1980. Misschien hebben beide heren hun neologisme ontleend aan de Engelse term doublé bind,die uit de psychiatrie komt en betrekking heeft op allerlei tegenstrijdigheden waarmee men in het leven geconfronteerd wordt. Deze modieuze uitdr. wordt teg. veel gebruikt door mensen die werken in de zachte sector. Van Dale(1992) heeft de uitdr. als enig woordenboek opgenomen.

Mijn houding tegenover de auto was dus, om het met een uit ongeveer datzelfde tijdvak stammend modewoord te zeggen: een beetje ‘dubbel’. (Bedoeld werd ambivalent, maar moeilijke woorden mochten toen niet.)(Esquire, juli/augustus 1992)

Ig Henneman is een van de (betrekkelijk) weinige vrouwelijke componisten die er in dit land rondlopen. Dus wordt ze telkens weer gevraagd voor televisie of radioprogramma’s die met ‘vrouw’ en ‘muziek’ te maken hebben. Daar staat ze een beetje dubbel tegenover. (Vrij Nederland, 10/10/92) Concreet wil Reijnders nu eens een serieuze energieheffing zien. ‘Wöltgens is wat dat betreft nogal dubbel: hij vindt een goed leefklimaat het belangrijkste wat er is, maar blijft vervolgens vaag over hoe het kabinet moet handelen om dat voor elkaar te krijgen.’ (HP/De Tijd, 09/04/93)

Ik weet dat dit halfslachtig klinkt, ik ben er nog steeds dubbel over. (Elsevier, 19/06/93)

‘Ik voel me heel dubbel,’ zei een andere roddeljournalist. ‘Aan de ene kant heb ik een zwak voor d’r, maar aan de andere kant moet ik ’r natuurlijk ook gewoon kritisch blijven interviewen.’ (Nieuwe Revu, 06/04/94)

3. - liggen,erg hard moeten lachen; het uitschateren. Deze uitdr. is vooral populair onder tieners. Syn. in een deuk liggen.

... ze proestte en hoestte toen ze de eerste slokken nam als een zeehond, we hebben dubbel gelegen ... (Theun de Vries: Ziet, een Mens!, 1963)

Monique kan zo lekker droog iets zeggen, dan lig ik altijd helemaal dubbel... (Yes, 31/01/88)

Om ‘Pnin’ van Nabokov lag ze constant dubbel. (Joost Zwagerman: Gimmick, 1989)

‘Meneer Jansma gaat het veld verlaten, zegt die klootzak tegen me,’ vertelde Kees. ‘Iedereen lag dubbel. Behalve Louis van Gaal.’ (Sport International, november 1991)

< >