Gepubliceerd op 21-06-2017

Beurs slaan

betekenis & definitie

een platte uitdr. voor ‘bont en blauw slaan; stevig afranselen’. Van Dale(1992) vermeldt als gewestelijk iemand op zijn beurs geven‘hem afranselen’. De beursis de balzak van grof wild, in plat taalgebruik ook van mensen, volgens hetzelfde woordenboek. In Kramers Nieuw Woordenboek(1990) vinden we dezelfde uitdr. terug onder het label ‘Zuid-Neder- lands’. Een andere, hiermee verwante uitdr. is beurs geven‘erop los slaan’, maar ook ‘een grote inspanning leveren’. Geen beursis vulgaire taal (onder Vlamingen) voor ‘geen zak; niets’.

Toch is beurs slaangeenZuid-Nederlands. In deze zinswending heeft beursnamelijk de bet. ‘week van overrij pheid’. Het wordt dan ook gebruikt m.b.t. vruchten die vallen of stoten, bijv. een beurse appel. De uitdr. bet. dan eigenlijk ‘iemand zo week slaan dat hij geen verzet meer biedt'

Helemaal beurs had hij haar geslagen! (Nou en ... mijn leven op de walletjes. Door Riek verteld aan Jan A.L.M. Naaijkens, 1986)

< >