zie ook het leven is als een kinderhemd, korten bescheten:
1. bang. Voorbeeld: doe niet zo bescheten.In de Zaanse volkstaal al lang in gebruik (al vermeldt Boekenoogen het niet). Wel vinden we het woord in de bet. ‘bleek’ en ‘bangelijk, schuw’ terug bij Woudt. De uitdr. was vroeger ook erg populair in studentenkringen. Frequenter is echter het gebruik als bijvoeglijk naamwoord.
Dat er na tweeduizend jaar terreur van het ware Geloof nog altijd zwakke broeders zijn te vinden als collega Cordia die - blijkbaar te bescheten om terug te schrijven - de rechter nodig hebben om hun gelijk te halen, stemt mij tevreden. (HP/De Tijd, 13/01/95)
2. ergens - afkomen/uitkomen,ergens slecht, bekaaid afkomen; bedrogen uitkomen. Slang- uitdr. die we al terugvinden bij Boekenoogen.
... maar ergens kom je er toch bescheten mee weg. (Haring Arie: De Sarkast, 1989)
3. ik wil het best in een - doekje hebben,ik ben er niet vies van. Deze Bargoense uitdr. wordt vnl. gebruikt m.b.t. geld. De associatie van geld met uitwerpselen vinden we eveneens terug in het Bargoense woord poepzak‘geldzak, beurs’.