dat is het in de jaren zestig gebruikten jongeren deze uitdr. m.b.t. iets dat erg goed was. Nu zo goed als verouderd, net zoals de gelijkaardige zegswij ze dat is het helemaal. Eigenaardig is dat in de Duitse tiener- taal de uitdr. dasAllerletztes aanvankelijk, in de jaren vijftig, het slechtste, het minderwaardigste bet. en ongeveer een decennium later uitsluitend in positieve zin wordt gebruikt. Eén van de kenmerken van de jeugdtaal is dat een woord of uitdr. een tegengestelde bet. kan krijgen, wanneer eenmaal aanvaard en begrepen in de bredere (burger)kringen.
We zingen Ons Kapot... dit is het aaaaaller- laaaaatste! (Arie B. Hiddema: Kassa, 1971)